Casus;
Michel* heeft een gedragsprobleem. Door op een goede manier gebruik te maken van de voorkennis en het zorgdossier, krijgt hij de juiste hulp vanuit de ZAT-structuur. Deze casus komt in grote lijnen overeen met de gebeurtenissen zoals die in werkelijkheid op het Zadkine hebben plaatsgevonden.
*Deze naam is gefingeerd.
Over Michel
Michel (17) was al vroeg een probleemkind. Op de basisschool vond hij moeilijk aansluiting bij klasgenootjes en stond veel alleen. Na observatie werd PDD-NOS gediagnosticeerd. Op grond daarvan werd hij doorverwezen naar cluster 4 onderwijs. Zijn ouders kregen op hun verzoek begeleiding van het RMPI (psychiatrisch psychotherapeutisch centrum voor kind, jeugd en gezin). Omdat Michel de leerstof wel goed aankon ging hij uiteindelijk met een HAVO-advies van school. Maar in de brugklas ontstonden opnieuw problemen. Het voortgezet onderwijs stelde andere eisen aan zijn gedrag en Michel kon zich niet handhaven. Ook thuis ging het steeds slechter en daarom werd besloten dat hij bij een bevriend gezin ging wonen. Met zijn schoolcarrière ging het ook niet goed. Hij verliet voortijdig het voortgezet onderwijs en stapte op zijn 15de over naar het mbo. Daar volgde hij een assistentenopleiding niveau 1. Dankzij zijn sterke motivatie en de inzet van zijn docenten en loopbaanbegeleider haalde hij na een jaar zijn diploma.
Michel kreeg een baan bij een garage maar werd al na een paar maanden ontslagen omdat hij een vechtpartij op de werkvloer had veroorzaakt en door de politie was opgepakt. Zonder werk en opleiding raakte zijn dag-en-nachtritme aardig verstoord. Na een poosje thuis zitten werd duidelijk dat er iets moest gebeuren. Vanaf dat moment gaat deze casus van start.
Intake
Michel wil graag een ict opleiding niveau 2 gaan volgen en meldt zich opnieuw aan bij het Zadkine. Met deze opleiding denkt hij beter tot zijn recht te kunnen komen en meer kans op een baan te maken. De docent die de intake doet, ziet dat Michel al eerder een mbo-opleiding op het Zadkine heeft gevolgd en pakt zijn eerdere onderwijsdossier erbij. Daaruit blijkt dat hij zonder oponthoud de mbo 1 opleiding heeft gevolgd en in het verleden zelfs een HAVO-advies had gekregen.
Uit contact met de zorgcoördinator komt naar voren dat er ook een zorgdossier is. Op grond van deze informatie vraagt het onderwijsteam zich af of deze jongen wel een ict opleiding niveau 2 kan volgen. Hij heeft weliswaar laten zien dat hij kan leren maar tegelijkertijd heeft hij ook gedragsproblemen.
De zorgcoördinator overlegt met de smw-er en de loopbaanadviseur binnen de school over de haalbaarheid van de wensen van Michel. Hieruit komt een duidelijke vraag naar voren: welke ondersteuning heeft deze jongen nodig om de door hem uitgekozen mbo-opleiding succesvol te kunnen doorlopen? Met deze vraag gaat de zorgcoördinator naar het externe ZAT.
ZAT
De zorgcoördinator brengt deze hulpvraag in bij het externe ZAT-overleg. Een noodzakelijke stap want in dit overleg zijn meerdere disciplines vertegenwoordigd die ieder vanuit hun visie antwoord op deze vraag kunnen geven. De ZAT-coördinator heeft zich goed voorbereid op deze vergadering door in het voortraject met alle betrokken een analyse te maken van zowel de hulpvraag als het voortraject.
Met alle betrokkenen aan tafel wordt bepaald dat Michel niet alleen met werk maar ook met een opleiding geholpen is. Hij heeft een duidelijke structuur nodig en docenten die weten hoe ze met hem om moeten gaan. De vertegenwoordiger van het REC (Regionaal Expertise Centrum) biedt tien uur per week begeleiding en ondersteuning aan van de betrokken docenten in de school. Het steunpunt onderwijs van de gemeente Spijkenisse (de woonplaats van Michel) wil wel voorzien in een aangepast stageadres en de zorgcoördinator brengt samen met de vertegenwoordiger van het REC de zogenaamde structuurklas in. Met een dergelijke onderwijsvorm krijgt Michel zowel de nodige structuur als voldoende persoonlijke begeleiding. De smw-er van de school wil ook de ouders bij de begeleiding betrekken, zodat hij ook thuis gesteund wordt.
Tot slot wordt een actiehouder aangewezen en in dit geval is de smw-er daarvoor de aangewezen persoon. Die is in staat regelmatig met Michel en zijn docenten contact te onderhouden, tussentijds de zorgcoördinator te informeren over eventuele problemen en maandelijks te rapporteren aan het externe ZAT.
Onderwijszorgarrangement
Op basis van de bespreking in het externe ZAT wordt een onderwijszorgarrangement opgesteld, dat nog voor de start van de opleiding gereed is. Hoofdpunten daaruit zijn:
- Zadkine biedt in de eerste helft van het nieuwe schooljaar een individueel lesprogramma aan, tot het moment dat Michel naar de structuurklas gaat.
- Het REC geeft 10 uur per maand ondersteuning aan Michel en zijn docenten.
- Het steunpunt onderwijs van de gemeente Spijkenisse biedt een werkstageplaats aan in een technisch toeleveringsbedrijf, ter ondersteuning van de ICT opleiding.
- De smw-er is actiehouder en stelt in samenwerking met de GGZ, het REC en Michel een persoonlijk ontwikkelings- en begeleidingsplan op.
Resultaat
Door gebruik te maken van de aanwezige informatie (onderwijs- en zorgdossier) werd al tijdens de intake gesignaleerd dat Michel een probleem had. Vervolgens is adequaat gereageerd door de zorgcoördinator in te schakelen, die weer contact opnam met andere zorgprofessionals binnen de school.Gezamenlijk werd een hulpvraag geformuleerd, waarop het externe ZAT snel een antwoord formuleerde. Daarna werd nog voor het begin van het schooljaar een onderwijszorgarrangement opgesteld.
Het resultaat voor Michel is dat zijn dag weer structuur heeft en hij kan werken aan zijn doelen in de toekomst. Hij werd niet gedemotiveerd door een eindeloze rij intakes en heeft een smw-er gekregen die hem helpt om de opleiding vol te houden.
Belangrijk
- Zorg dat nog voor de start van het nieuwe schooljaar een onderwijszorgarrangement klaarligt. Docenten en zorgprofessionals kunnen dan gelijk aan de slag.
- Kies de juiste actiehouder voor het bewaken van de voortgang (in dit geval een smw-er)
Maak jouw eigen website met JouwWeb